Hoogtemeting
Door risicovolle werkzaamheden kunnen verzakkingen ontstaan. Hierdoor is er risico op schade aan bebouwing in de omgeving. Een hoogtemeting registreert eventuele verzakkingen en geeft de juiste informatie om een claim achteraf te kunnen beoordelen.
In de praktijk
Nog voor de werkzaamheden van start gaan worden er meetpunten aangebracht door middel van messing hoogtebouten. Over het algemeen genomen worden deze hoogtebouten geplaatst op de hoeken van de bebouwing. Net boven het maaiveld wordt er een gaatje van 8 millimeter in de voeg geboord en een boutje aangebracht. De meetmerken zullen niet worden verwijderd om in het geval van een herhalingsmeting te kunnen worden gebruikt. De meetmerken zijn dus blijvend. Mochten er al meetbouten in het pand aanwezig zijn, dan worden deze opnieuw gebruikt.
Met behulp van een digitaal waterpastoestel wordt de horizontale positie van de bebouwing nauwkeurig vastgelegd. Dit alles gebeurt ten opzichte van de NAP-bout (Normaal Amsterdams Peil). Uiteindelijk wordt de meting gecontroleerd ten opzichte van deze NAP-bout.